Nederlandse universiteiten hebben drie kerntaken: (1) onderwijs geven, (2) onderzoek doen en (3) valoriseren. Van laatstgenoemde kerntaak is waarschijnlijk het minst bekend wat het precies inhoudt. Valorisatie is ook wel het benutten van kennis vanuit maatschappelijk en/of economisch oogpunt. Dit kan bijvoorbeeld door aandacht voor onderzoek op jouw vakgebied (van media, beleidsmakers, etc.), maar ook door het opzetten van een eigen onderneming. Hoewel de drie kerntaken op individueel niveau nogal eens conflicteren, zijn er ook manieren om ze met elkaar te combineren.

Vorige maand sloot ik een periode af waarin de nadruk vooral op onderwijs geven lag. Ik coördineerde onder meer twee cursussen voor derdejaars bachelorstudenten. Eén van de twee cursussen loodste studenten door de eerste fasen van een startende onderneming. Ze werden geacht een team te formeren, met datzelfde team ideeën te genereren, één van de ideeën te selecteren en deze tot op zekere hoogte te valideren op marktpotentie. Daarbij dienden ze iedere keuze te onderbouwen met theorie en empirische bevindingen uit de wetenschappelijke literatuur.

“Studenten werden geacht een team te formeren en met dat team een idee tot op zekere hoogte te valideren op marktpotentie”

Vooropgesteld, onderwijs geven is leuk en geeft me energie. Maar de voorbereiding en uitvoering zijn ook tijdrovend. Hiermee gaat het ten koste van je kostbare onderzoekstijd. Kostbaar, omdat je academische carrière vooral afhangt van je onderzoeksoutput. Ook valorisatie schuift tijdelijk naar de achtergrond in een onderwijsrijke periode. Gelukkig heb ik in de afgelopen periode een en ander weten te combineren. Niet ieder vakgebied of iedere cursus leent zich hiervoor, maar in dit geval wist ik waardevolle onderzoeksdata te verzamelen als onderdeel van de cursus.

Aan het einde van de cursus kreeg een vertegenwoordiger van ieder studententeam de gelegenheid om hun idee te pitchen ten overstaan van drie investeerders. De pitchsessie vond plaats in een studio in plaats van in een reguliere collegezaal. Daar werden niet alleen degenen die in korte tijd hun idee deelden opgenomen (de studenten), maar ook ieder van de drie juryleden (de investeerders). Ik hoop te achterhalen welke verbale en non-verbale gedragskenmerken in een dergelijke setting indicatief zijn voor een positief oordeel van investeerders. Hierbij koppel ik gegevens op basis van de opnames aan eerder verkregen data door de studenten en investeerders vragenlijsten voor te leggen.

“Ik hoop te achterhalen welke verbale en non-verbale gedragskenmerken tijdens een pitch indicatief zijn voor een positief oordeel van investeerders”

Op dit moment is nog niet te zeggen welke van de ideeën succesvol worden doorontwikkeld. Een aantal van de teams is enthousiast (geraakt) en van plan om hun jonge onderneming verder uit te bouwen. De investeerders zijn bereid om ze hierbij te helpen en gaan op zoek naar rendement op een eventuele investering. Hoewel ik hiermee niet zelf een onderneming start, zou ik het toch een vorm van valorisatie willen noemen als studenten van mij hierin slagen. De overige studenten laten het hierbij en starten wellicht nooit meer een eigen onderneming. Toch is het geen verloren tijd en moeite geweest, vinden ook zij. Immers, het rendement op investeringen in ondernemende vaardigheden is altijd hoog, ongeacht je (toekomstige) rol op de arbeidsmarkt.

_____
Deze column verscheen eerder op ztalkscollectief.nl

0 replies

Leave a Reply

Want to join the discussion?
Feel free to contribute!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *